Als u een verdwaald rund of schaap van een ander aantreft, moet u daar niet uw schouders over ophalen, maar het hem meteen terugbezorgen. Woont de eigenaar ver weg of is hij u onbekend, dan moet u het dier onder uw hoede nemen totdat hij het komt halen; geef het dan aan hem terug. Op dezelfde wijze moet u handelen met de ezel of met een kledingstuk van een ander, of met wat iemand ook maar kwijtgeraakt is; als u iets vindt, moet u daar niet uw schouders over ophalen.
Als u ziet dat een ezel of rund van een ander op straat onder zijn last bezwijkt, mag u niet werkeloos toezien. Help hem het dier weer op de been te krijgen.
Een vrouw mag geen kleren en attributen van een man dragen en een man mag geen vrouwenkleren dragen. Want de HEER verafschuwt ieder die zulke dingen doet.
Als u onderweg toevallig een vogelnest vindt in een boom of op de grond, een nest waarin een vogel op haar jongen of haar eieren zit, dan moet u het moederdier zelf ontzien als u het nest mocht uithalen. De jongen mag u meenemen, maar de moeder moet u in elk geval laten gaan. U zult er wél bij varen, een lang leven zal u beschoren zijn.
Als u een huis bouwt, moet u het dak voorzien van een balustrade; anders bent u aansprakelijk wanneer iemand eraf valt.
U mag uw wijngaard niet inzaaien met verschillende soorten zaad, want dan zou de hele oogst – dat wat u gezaaid hebt evenals de opbrengst van de wijngaard – niet door u gebruikt mogen worden.
U mag een rund en een ezel niet samen voor de ploeg spannen.
U mag geen kleding dragen van tweeërlei weefsel, van wol en linnen samen.
Aan de vier hoeken van het kleed dat u draagt moet u kwastjes maken.